Meestal denken mensen dat je in gezinstherapie altijd met alle gezinsleden naar therapie gaat. Vaak is dat inderdaad het geval, maar net zo vaak gebeurt het dat een gezinslid alleen of samen met een ander gezinslid komt, bijvoorbeeld een ouder met een kind of alleen de ouders gezamenlijk. Bij elk gezin is er een andere vraag die om een specifieke benadering vraagt.
Je kunt een systeem als een gezin vergelijken met een geoliede machine waarin een aantal tandwieltjes met elkaar de machine draaiende houden. Als de machine tijdelijk wat hapert, is het nodig om te kijken waar, bij welk tandwieltje of onderdelen je wat moet ‘aandraaien’ of ‘smeren’ zodat de gehele machine weer in evenwicht en soepel kan draaien. Een systeemtherapeut kijkt hierbij naar het probleem zonder te zoeken naar dè oorzaak van het probleem. Er wordt dus geen schuld neergelegd bij een enkel gezinslid maar vooral gekeken naar hoe gezinsleden met elkaar omgaan en in een negatief patroon vastlopen. Telkens wordt gezocht naar wie er nodig is om te zorgen voor verandering en verbetering. Soms is het eerst nodig om grondig uit te pluizen hoe het gekomen is dat ‘machine’ wat stroever is gaan draaien. Of is er zelfs sprake van dat de machine even tijdelijk buiten dienst is en moet er eerst gekeken worden hoe deze weer op gang komt.
We hebben geen controle over de ander, alleen over onszelf
Een uitdaging in systeemtherapie is soms dat gezinsleden denken, hopen of willen dat de ander gaat veranderen in therapie. Hoe begrijpelijk ook, in therapie gaat het er juist om dat je, met hulp van de therapeut, onderzoekt naar wat je zelf anders kunt gaan doen om de ander beter te begrijpen en te steunen. We hebben namelijk geen controle over de ander, maar alleen over onszelf.